1. Aanpassing box 3 met terugwerkende kracht vanaf 2023

Het kabinet stelt voor om een aandeel in een VvE en geld op een derdengeldenrekening bij een notaris of gerechtsdeurwaarder met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2023 in de categorie banktegoeden onder te brengen. Dit betekent dat niet langer het rendement van de categorie overige bezittingen (6,17%) geldt, maar het veel lagere rendement van de categorie banktegoeden. Verder stelt het kabinet voor om onderlinge schulden en vorderingen tussen fiscale partners en tussen ouders en minderjarige kinderen met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2023 te negeren voor de belastingheffing van box 3. Deze hoeven dus niet meer in de aangifte inkomstenbelasting 2023 in box 3 te worden vermeld. De voorstellen moeten nog door de Tweede en Eerste Kamer worden goedgekeurd en zijn dus nog niet definitief. Dat geldt ook voor het voorstel om het tarief in box 3 vanaf 2024 te verhogen naar 34% of misschien zelfs 36%! Het tarief in 2023 bedraagt nog 32%.

2. Minder vrije ruimte werkkostenregeling in 2024

De vrije ruimte in de werkkostenregeling bedraagt volgend jaar 1,92% van de loonsom tot € 400.000. In 2023 is dat nog 3% van de loonsom tot € 400.000. Over het meerdere is de vrije ruimte zowel in 2023 als in 2024 1,18%. De verlaging van het percentage voor de loonsom tot € 400.000 betekent dat werkgevers volgend jaar misschien eerder te maken krijgen met een belastingheffing van 80% over vergoedingen, verstrekkingen of terbeschikkingstellingen aan werknemers. Werkgevers kunnen anticiperen op de maatregel door vrije ruimte over 2023 in kaart te brengen. Is er nog ruimte, dan kunnen bepaalde vergoedingen en verstrekkingen mogelijk in 2023 in plaats van 2024 gegeven worden.

3. Reiskostenvergoedingen verruimd per 2024

De onbelaste vergoedingen voor zakelijke reiskosten van onder andere werknemers worden vanaf 2024 verruimd. Zo worden de regels voor het verstrekken, ter beschikking stellen of vergoeden van een ov-abonnement of voordeelurenkaart veel eenvoudiger. Als het abonnement of de voordeelurenkaart ook zakelijk wordt gebruikt, bijvoorbeeld voor woon-werkverkeer, kan dit vanaf 2024 onbelast. Het is daarbij niet meer van belang in welke mate het abonnement of de voordeelurenkaart zakelijk wordt gebruikt. Daarnaast wordt de onbelaste reiskostenvergoeding voor zakelijke reiskosten, waaronder woon-werkverkeer, verhoogd van € 0,21 per kilometer in 2023 naar € 0,23 per kilometer in 2024. Deze verhoging geldt ook voor ondernemers in de inkomstenbelasting en voor de dga en voor andere reiskosten die in de aangifte inkomstenbelasting in aftrek kunnen worden gebracht. De voorstellen moeten nog door de Tweede en Eerste Kamer worden goedgekeurd en zijn dus nog niet definitief.

4. Belastingdienst stuurt aanmaningen na intrekken betalingsregeling coronabelastingschulden

Is de betalingsregeling die u kreeg voor uw coronabelastingschulden door de Belastingdienst ingetrokken? En heeft u nog steeds een betalingsachterstand? Dan kunt u vanaf eind september tot uiterlijk in november 2023 aanmaningen van de Belastingdienst verwachten. Betaalt u na ontvangst van de aanmaningen niet, dan ontvangt u een dwangbevel. Betaalt u na ontvangst van het dwangbevel nog steeds niet, dan neemt de Belastingdienst verdere maatregelen. Dit kan betekenen dat de Belastingdienst beslag legt op bijvoorbeeld uw inventaris, auto of bankrekening en deze daarna verkoopt. De Belastingdienst kan ook een faillissement aanvragen. Heeft u daarom aanmaningen ontvangen, neem dan contact met ons op. Wij kunnen samen met u bekijken welke mogelijkheden u nog heeft. Houd er rekening mee dat aan een dwangbevel en beslaglegging hoge kosten verbonden kunnen zijn!

5. Wetsvoorstel Wet werken waar je wilt verworpen door Eerste Kamer

De Eerste Kamer heeft het wetsvoorstel Wet werken waar je wilt verworpen. Het wetsvoorstel ging over het recht op thuiswerken, maar ook over het recht op werken op werklocatie. Door deze wet zou een verzoek van een werknemer voor een andere arbeidsplaats net zo behandeld moeten worden als een verzoek tot wijziging van arbeidsduur of andere werktijden, namelijk ‘naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid’. De huidige Wet flexibel werken blijft nu onveranderd. Werknemers die ten minste een halfjaar in dienst zijn bij een bedrijf met ten minste tien werknemers, kunnen onder deze wet een verzoek tot aanpassing van de arbeidsplaats indienen. U bent als werkgever verplicht het verzoek in overweging te nemen en in overleg te treden met de werknemer. U bent vervolgens echter vrij om het verzoek af te wijzen op welke grond dan ook, maar u zult de afwijzing wel deugdelijk moeten motiveren.

6. Onbelaste vrijwilligersvergoeding naar € 2.100 in 2024

U kunt vrijwilligers die binnen uw organisatie vrijwilligerswerk doen een vergoeding geven die voor de Belastingdienst onbelast is. Dit kan alleen als uw organisatie niet onder de vennootschapsbelasting valt of daarvan vrijgesteld is of een sportvereniging, een sportstichting of een ANBI is. Verder mag de vrijwilliger niet bij uw organisatie in dienst zijn of de werkzaamheden uitoefenen voor zijn beroep. De vrijwilligersvergoeding mag ook niet in verhouding staan tot de omvang en het tijdsbeslag van het werk dat de vrijwilliger voor uw organisatie uitvoert. Wordt voldaan aan deze voorwaarden, dan kunt u in 2024 per maand maximaal € 210 en per jaar maximaal € 2.100 aan een vrijwilliger vergoeden. In 2023 is dat nog € 190 per maand en € 1.900 per jaar.